TY - JOUR
T1 - Cours de peinture pour jeunes filles
T2 - De officiële installatie van een meisjesklas schilderkunst aan de Brusselse Académie Royale des Beaux-Arts (oktober 1896)
AU - Wiertz, Wendy
AU - Desmedt, Joye
PY - 2019/1/8
Y1 - 2019/1/8
N2 - In de tweede helft van de 19de eeuw kregen jonge vrouwen in WestEuropa geleidelijk aan toegang tot de Academies voor Schone Kunsten.2 In België konden aspirant-kunstenaressen vanaf januari 1889 les volgen aan de Académie Royale des Beaux-Arts in Brussel. Dit was één van de meest prestigieuze instellingen van het land. Sabine Van Cauwenberge, Alexia Creusen en Marjan Sterckx onderzochten de toelatingsmodaliteiten en het lespakket van vrouwen aan de vooraanstaande Belgische academies, terwijl Georges Mayer en Gisèle Ollinger-Zinque specifiek op de Brusselse instelling focusten.3 De verschillende auteurs gingen ook de organisatie van het onderwijs na. In 1889 volgden de meisjes in de Brusselse Académie Royale des Beaux-Arts samen met de jongens les. Dit gold tevens voor het schilderen naar model. In oktober 1896 werd officieel een Cours de peinture pour jeunes filles geïnstalleerd. Op dat ogenblik kwam zowel op papier als in de praktijk een einde aan het gebruik om mannelijke en vrouwelijke aspirant-kunstenaars samen te laten schilderen naar naakt. Over de discussies die hiermee gepaard gingen, zijn brieven en officiële documenten van de Stad Brussel, de directeur van de Académie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles en de vrouwelijke studenten bewaard. De archiefbundel met de handgeschreven identificatie ‘Cours de peinture pour jeunes filles’ wordt bewaard in het Archief van de Stad Brussel (ASB) en er werd nog weinig over gepubliceerd4 . Deze archiefbundel vormt de basis om de inrichting van een meisjesklas schilderkunst aan de Brusselse Académie in oktober 1896 te onderzoeken. Daarnaast wordt nagegaan hoe de interactie tussen de Stad Brussel, de Académie en de aspirant-kunstenaressen verliep.In the second half of the 19th century, young women in Western Europe gradually gained access to the Academies of Fine Arts. In Belgium, from January 1889, aspiring artists could attend classes at the Académie Royale des Beaux-Arts in Brussels. This was one of the most prestigious institutions in the country. Sabine Van Cauwenberge, Alexia Creusen and Marjan Sterckx examined the admission modalities and the teaching package of women at the leading Belgian academies, while Georges Mayer and Gisèle Ollinger-Zinque focused specifically on the Brussels institution. The various authors also examined the organization of education. In 1889, the girls attended classes with the boys at the Brussels Académie Royale des Beaux-Arts. This also applied to painting from model. In October 1896, a Cours de peinture pour jeunes filles was officially installed. At that time, both on paper and in practice, the use of having male and female aspiring artists to paint from nude together came to an end. Letters and official documents from the City of Brussels, the director of the Académie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles and the female students have been preserved about the discussions that followed. The archive collection with the handwritten identification 'Cours de peinture pour jeunes filles' is kept in the Archives of the City of Brussels (ASB) and little has been published about it. This collection of archives forms the basis for investigating the arrangement of a painting class for girls at the Brussels Académie in October 1896. In addition, it is examined how the interaction between the City of Brussels, the Académie and the aspiring artists took place.
AB - In de tweede helft van de 19de eeuw kregen jonge vrouwen in WestEuropa geleidelijk aan toegang tot de Academies voor Schone Kunsten.2 In België konden aspirant-kunstenaressen vanaf januari 1889 les volgen aan de Académie Royale des Beaux-Arts in Brussel. Dit was één van de meest prestigieuze instellingen van het land. Sabine Van Cauwenberge, Alexia Creusen en Marjan Sterckx onderzochten de toelatingsmodaliteiten en het lespakket van vrouwen aan de vooraanstaande Belgische academies, terwijl Georges Mayer en Gisèle Ollinger-Zinque specifiek op de Brusselse instelling focusten.3 De verschillende auteurs gingen ook de organisatie van het onderwijs na. In 1889 volgden de meisjes in de Brusselse Académie Royale des Beaux-Arts samen met de jongens les. Dit gold tevens voor het schilderen naar model. In oktober 1896 werd officieel een Cours de peinture pour jeunes filles geïnstalleerd. Op dat ogenblik kwam zowel op papier als in de praktijk een einde aan het gebruik om mannelijke en vrouwelijke aspirant-kunstenaars samen te laten schilderen naar naakt. Over de discussies die hiermee gepaard gingen, zijn brieven en officiële documenten van de Stad Brussel, de directeur van de Académie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles en de vrouwelijke studenten bewaard. De archiefbundel met de handgeschreven identificatie ‘Cours de peinture pour jeunes filles’ wordt bewaard in het Archief van de Stad Brussel (ASB) en er werd nog weinig over gepubliceerd4 . Deze archiefbundel vormt de basis om de inrichting van een meisjesklas schilderkunst aan de Brusselse Académie in oktober 1896 te onderzoeken. Daarnaast wordt nagegaan hoe de interactie tussen de Stad Brussel, de Académie en de aspirant-kunstenaressen verliep.In the second half of the 19th century, young women in Western Europe gradually gained access to the Academies of Fine Arts. In Belgium, from January 1889, aspiring artists could attend classes at the Académie Royale des Beaux-Arts in Brussels. This was one of the most prestigious institutions in the country. Sabine Van Cauwenberge, Alexia Creusen and Marjan Sterckx examined the admission modalities and the teaching package of women at the leading Belgian academies, while Georges Mayer and Gisèle Ollinger-Zinque focused specifically on the Brussels institution. The various authors also examined the organization of education. In 1889, the girls attended classes with the boys at the Brussels Académie Royale des Beaux-Arts. This also applied to painting from model. In October 1896, a Cours de peinture pour jeunes filles was officially installed. At that time, both on paper and in practice, the use of having male and female aspiring artists to paint from nude together came to an end. Letters and official documents from the City of Brussels, the director of the Académie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles and the female students have been preserved about the discussions that followed. The archive collection with the handwritten identification 'Cours de peinture pour jeunes filles' is kept in the Archives of the City of Brussels (ASB) and little has been published about it. This collection of archives forms the basis for investigating the arrangement of a painting class for girls at the Brussels Académie in October 1896. In addition, it is examined how the interaction between the City of Brussels, the Académie and the aspiring artists took place.
KW - Art history
KW - 19th century
KW - Women artists
KW - Art education
KW - Academy of Fine Arts
KW - Brussels
U2 - 10.3917/brux.050.0433
DO - 10.3917/brux.050.0433
M3 - Article
VL - 50
SP - 433
EP - 455
JO - Cahiers Bruxellois - Brusselse Cahiers
JF - Cahiers Bruxellois - Brusselse Cahiers
SN - 1784-5157
IS - 1
ER -